Educatie en herstel na onderzoek Joodse ontrechting

Educatie over de Holocaust aan jong en oud. Structureel kennis delen over de gevolgen van het uitsluiten en vervolgen van minderheden. Volwassenen in belangrijke posities trainen tegen antisemitisme. Erkenning voor families en herstel en versterking van de Joodse cultuur in Amersfoort. Het college van burgemeester en wethouders van Amersfoort heeft 160.000 euro uitgetrokken voor vervolgstappen.

Dit is naar aanleiding van het onderzoeksrapport ‘Een bladzijde in de Amersfoortse joodsche geschiedenis zoo zwart als nog nimmer is voorgekomen’- Betrokkenheid en het handelen van de gemeente Amersfoort bij de vervolging en ontrechting van joden tijdens de Tweede Wereldoorlog en in de jaren daarna'.

De afgelopen maanden zijn gesprekken gevoerd met betrokkenen over hoe de gemeente het beste om kon gaan met de conclusies van het onderzoek. Burgemeester Lucas Bolsius schrijft in een brief aan alle Amersfoorters: “De lokale overheid in Amersfoort heeft tijdens de Tweede Wereldoorlog meegewerkt aan de vervolging en ontrechting door de nazibezetter. De gemeente Amersfoort heeft haar Joodse inwoners in de steek gelaten, zij werden niet beschermd zoals zij hadden mogen verwachten. En zelfs nadat de bevrijding een feit was en de democratie was hersteld, was er nauwelijks aandacht voor de Joodse overlevenden. Zij hadden op onze hulp moeten kunnen rekenen. Dit is treurig, aangrijpend en confronterend. De gemeente heeft moreel laakbaar gehandeld.”

Volgende generaties

Het college heeft besloten om op verschillende manieren een bijdrage te leveren. Bolsius: “Voortdurende aandacht voor de geschiedenis van de Joodse gemeenschap in Amersfoort is daarbij erg belangrijk. Jong en oud moet genoeg kennis meekrijgen om antisemitisme en uitsluiting te herkennen en tegen te gaan. We richten ons extra op mensen die in hun dagelijkse werk het verschil kunnen maken: mensen die in onderwijs en overheid werken. Deze tragedie uit het verleden resoneert nog diep in de stad. Kennis en verbinding helpt ons wijzer te zijn, ook in de volgende generaties.”