direct naar inhoud van 5.2 Dit bestemmingsplan
Plan: Kavel Nijenrode/Schothorsterlaan
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0307.BP00005-0301

5.2 Dit bestemmingsplan

Dit bestemmingsplan bestaat uit een verbeelding, regels en een toelichting. De verbeelding en de regels vormen tezamen het juridisch bindende gedeelte van het bestemmingsplan. Beide planonderdelen dienen in onderlinge samenhang te worden bezien en toegepast. Op de verbeelding zijn de bestemmingen aangewezen. Aan deze bestemmingen zijn bouwregels en regels betreffende het gebruik gekoppeld. De toelichting heeft geen rechtskracht, maar vormt niettemin een belangrijk onderdeel van het plan. De toelichting van dit bestemmingsplan geeft een weergave van de beweegredenen, de onderzoeksresultaten en de beleidsuitgangspunten die aan het bestemmingsplan ten grondslag liggen. Tot slot is de toelichting van wezenlijk belang voor een juiste interpretatie en toepassing van het bestemmingsplan.

5.2.1 Planregels

De regels zijn verdeeld over vier hoofdstukken:

  • 1. Inleidende regels. In dit hoofdstuk worden begrippen verklaard die in de regels worden gebruikt. Dit gebeurt om een eenduidige uitleg en toepassing van de regels te waarborgen. Ook is bepaald de wijze waarop gemeten moet worden bij het toepassen van de regels.
  • 2. Bestemmingsregels. In dit tweede hoofdstuk zijn de bepalingen van de bestemmingen opgenomen. In onderhavig plan betreft het 2 bestemmingen en 1 dubbelbestemming. Elk artikel kent de volgende opzet: eerst wordt het toegestane gebruik geformuleerd in de bestemmingsomschrijving. Vervolgens zijn bouwregels opgenomen. Aansluitend volgen afwijkingsbevoegdheden met betrekking tot bouw- en/of gebruiksregels.
  • 3. Algemene regels. In dit hoofdstuk zijn bepalingen opgenomen met een algemeen karakter. Ze gelden dus voor het gehele plan. Het zijn achtereenvolgens een antidubbeltelbepaling, algemene gebruiksregels en een bepaling uitsluiting aanvullende werking bouwverordening.
  • 4. Overgangs- en slotregels. In het laatste hoofdstuk zijn respectievelijk het overgangsrecht en een slotregel opgenomen. Hoewel het hier in wezen ook algemene regels betreft, zijn deze vanwege hun meer bijzondere karakter in een apart hoofdstuk opgenomen.

5.2.2 Toelichting op de regels

Deze paragraaf geeft een toelichting per bestemmingsregel.

Tuin

Op gronden met de bestemming Tuin is bebouwing ongewenst. Afgezien van vergunningvrije bouwwerken, zijn alleen erkers, ingangspartijen en bouwwerken geen gebouw zijnde toegestaan. Het gaat om lage bebouwing die de kroonprojectie van de bomenrijen niet in de weg zitten.

Verder is er een afwijkingsmogelijkheid voor een erfafscheiding van 2 meter hoog aan de zuidzijde mits deze vanaf 1 meter hoogte uit een open constructie bestaat zodat deze met planten kan begroeien.

De gronden aangewezen voor Tuin kunnen niet worden gebruikt als parkeerplaats of als in-/uitrit.

Waarde - archeologie (dubbelbestemming)

Gezien de daarbij betrokken belangen en de wettelijke plicht om in de bestemmingsplannen nadrukkelijk rekening te houden met archeologie wordt in voorkomende gevallen gekozen voor een dubbelbestemming. Dit brengt goed tot uitdrukking dat archeologie op zichzelf dient te worden beoordeeld en ten opzichte van de medebestemming van primair belang is.


De dubbelbestemming omvat een eigen stelsel van regels voor bouwen en gebruik, dat functioneert naast (of boven) de regeling die is verbonden aan de onderliggende bestemming. Bij verstoringen van de bodem die dieper dan 30 centimeter gaat en groter is dan 500m², dient een archeologisch rapport te worden opgesteld alvorens er met de verstorende activiteit begonnen kan worden. In het concreet komt dit neer op een inventariserend veldonderzoek door middel van grondboringen. Dit geldt zowel voor bouwwerkzaamheden als voor overige werkzaamheden. Aan een te verlenen vergunning kunnen voorwaarden verbonden worden.

Wonen

Er kan een vrijstaande woning worden opgericht met een inhoud van 600m³. De goothoogte is maximaal 3 meter en de bouwhoogte is maximaal 9 meter.

Het hoofdgebouw heeft een afstand van 10 meter tot de erfgrens met het naburige woonperceel. Binnen deze 10 meter zijn slechts bijbehorende bouwwerken in één bouwlaag toegestaan vanwege de stedenbouwkundige randvoorwaarde.

Op de bijbehorende bouwwerken is geen dakopbouw en/of dakkapel toegestaan. Ook zijn geen balkons of dakterassen op de bijbehorende bouwwerken toegestaan. Dit vanwege vastgelegde afspraken met de eigenaar van het naburige perceel. Deze afspraak ziet erop dat binnen 10 meter afstand van de perceelsgrens, op de eerste verdieping geen ramen en balkons zijn toegestaan die uitzicht geven op het naastgelegen perceel.

De bijbehorende bouwwerken mogen tot 1 meter achter het bouwvlak van de woning worden opgericht (aan de Schothorsterlaan-zijde). Er geldt een afwijkingsmogelijkheid wanneer het bijbehorende bouwwerk deel uitmaakt van de architectuur van het hoofdgebouw bij de aanvraag voor het oprichten van de woning. In dat geval mag het bijebehorende bouwwerk tot de voorgevel van de woning worden opgericht.

Het is mogelijk om een beroep- en bedrijf aan huis te vestigen.