In gesprek met de burgemeester

 Je kunt meepraten op:

• Woensdag 9 april 2025, van 10.00 tot 12.00 uur
• Maandag 2 juni 2025, van 15.30 tot 17.30 uur

Als de gesprekken vol zijn en er is nog belangstelling, plannen we nieuwe. 

Iedere ontmoeting telt. Elke dag. Amersfoorters zijn op hun sterkst, als we samen in gesprek raken. Als we onbevreesd emoties of zorgen uiten en samen zoeken naar wat we delen. Dat is in deze tijden hard nodig. 

In de aanmeldingen voor de komende gesprekken lezen we dat inwoners het waarderen dat de burgemeester dit organiseert. 

Uit de gesprekken blijkt dat Amersfoort een stad is met betrokken inwoners, die bereid zijn samen te werken aan een meer verbonden samenleving waarin iedereen mee kan doen.

Er waren tot nu toe gesprekken op 18 december 2024, 10, 15 en 20 januari, 14 februari, 6 en 14 maart 2025. Aan tafel steeds burgemeester Bolsius en 7 tot 10 Amersfoorters uit allerlei wijken en met zeer verschillende achtergronden. Hieronder een impressie daarvan, hoewel we nog niet alle gesprekken hebben verwerkt.

Zorgen 

• Deelnemers deelden zorgen over de harder wordende toon in uitspraken van landelijke politici en in discussies over groepen mensen in de media, op social media en in de stad. Maar ook over de toegenomen eenzaamheid, het aantal daklozen en zorgen over veiligheid in de wijk.
• Zij merkten de laatste tijd meer angst, moedeloosheid en soms boosheid bij inwoners. 
• Deelnemers vragen zich af hoe we ervoor kunnen zorgen dat ook ouderen zich gehoord voelen en beter zelfstandig kunnen blijven wonen en meedoen.
• Er zijn ook zorgen over het vertrouwen van inwoners in de gemeente en de behoefte aan meer verbinding tussen inwoners en gemeente. Ze ervaren dat de gemeente teveel veranderingen tegelijk en te snel uitvoert. En hierover niet duidelijk, persoonlijk en direct communiceert.
• Ook maken inwoners zich zorgen over onveilige situaties die mogelijk kunnen ontstaan en uitblijvende communicatie vanuit (Rijk en) gemeente over hoe je je daarop kun voorbereiden.
• Verder maken deelnemers zich zorgen over het Openbaar Vervoer (OV) als alternatief voor de eigen auto.  De wil om de auto te laten staan is er wel, maar dan moet het OV wel beter worden.

Ideeën

• Deelnemers deelden voorbeelden waarbij het goed ging of juist niet om inwoners samen te brengen. Zij benadrukken het belang om daarbij steeds goed te kijken wat voor soort activiteit je voor wie organiseert. Want soms is een gesprek met een kleine groep of een andere cultuur goed om elkaar te leren kennen en soms werkt het juist beter om bijvoorbeeld met elkaar te eten.
• Ze hadden ook ideeën om het vertrouwen te herstellen en meer verbinding te creëren tussen de inwoners en de gemeente: de juiste informatie directer en persoonlijker delen en inwoners meer betrekken via bijvoorbeeld een burgerkamer.
• Tegen eenzaamheid onder ouderen kwam de suggestie om de fysieke toegankelijkheid tot openbaar vervoer verbeteren. Denk aan hoe je een OV-chipkaart kunt gebruiken met een beperking.
• Jongeren willen maatschappelijk betrokken zijn, maar weten niet altijd hoe. Dit biedt kansen voor initiatieven waarbij zij bijvoorbeeld andere generaties kunnen helpen en van hen leren.
• Er was een pleidooi voor meer informele, laagdrempelige ontmoetingen tussen wijkagenten en inwoners, zoals bijvoorbeeld de toekomstige huiskamer voor de wijk in de Amerhorst (Leusderkwartier).
• Kerken blijven belangrijke plekken voor ontmoeting en onderlinge steun. Ze willen graag meedraaien in samenwerking met andere partijen om verbindingen tussen mensen te leggen of versterken.
• Spanning in de stad ontstaat ook door de woningnood. Deelnemers vragen zich af of inwoners voorrang kunnen krijgen op een woning boven woningzoekenden van buiten de stad.
• Wat kunnen inwoners betekenen om nieuwkomers beter te laten integreren in Amersfoort? Het idee klinkt om ook sport hier een rol in te laten spelen.
• Deelnemers wisselden kijk- en leestips uit.

We kijken uit naar de nog komende gesprekken en melden hier de besproken zorgen, ideeën en binnenkort ook hoe we de input gebruiken.