TAM-voorbereidingsbesluit Kop van Isselt 2024-2025

Burgemeester en wethouders van Amersfoort hebben op 25 juni 2024 besloten:
1. Een voorbereidingsbesluit te nemen, zoals bedoeld in artikel 4.14 van de Omgevingswet en het raadsbesluit van 7 november 2023 (waarmee de Notitie ‘Rol van de raad in Omgevingswetprocedures’ is vastgesteld en waarin het nemen van een voorbereidingsbesluit is gedelegeerd aan het college van burgemeester en wethouders) voor de gronden die zijn aangegeven in het gml-bestand met identificatienummer NL.IMRO.0307.TAMVBKopvanIsselt-0301, en die het werkingsgebied vormen van de voorbeschermingsregels die zijn opgenomen in het beslispunt 2;
2. Bij het voorbereidingsbesluit, met het daarbij aangegeven werkingsgebied, de volgende voorbeschermingsregels in het omgevingsplan op te nemen:
a. Het is verboden zonder omgevingsvergunning het feitelijke en legale gebruik van de onder beslispunt 1 aangewezen gronden en bouwwerken te wijzigen en/of uit te breiden ten behoeve van een andere activiteit;
b. Het is verboden zonder omgevingsvergunning de bestaande bebouwing op de onder beslispunt 1 aangewezen gronden te wijzigen, inpandige bouwactiviteiten daaronder begrepen;
c. Burgemeester en wethouders kunnen de omgevingsvergunning als bedoeld onder beslispunt 2, sub a en b verlenen, als voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
i. de voorgenomen activiteit is niet strijdig met het geldende tijdelijk deel van het omgevingsplan Amersfoort (het tijdelijke deel van het omgevingsplan Amersfoort bestaat voor het aangegeven werkingsgebied uit de bestemmingsplannen ‘Bedrijventerreinen e.o. en Snelwegen’, ‘Partiële herziening Bedrijventerreinen e.o. en Snelwegen-aanpassen gezoneerd industrieterrein’, ‘Chw-bestemmingsplan Parapluherziening Staat van Bedrijfsactiviteiten-energie installaties met houtige biomassa en/of fossiele brandstoffen’);
ii. de voorgenomen activiteit is niet strijdig met de in voorbereiding zijnde wijziging van het omgevingsplan Amersfoort voor het werkingsgebied van dit voorbereidingsbesluit;
iii. de voorgenomen activiteit het tijdelijk gebruiken van leegstaande panden betreft, voor een niet met de omgeving conflicterend gebruik dat afwijkt van het ter plaatse geldende tijdelijk deel van het omgevingsplan, waarbij er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het woon- en leefklimaat, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken. Hiervoor dient de procedure te worden doorlopen van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit op basis van artikel 5.1, eerste lid, onder a Omgevingswet waaraan een tijdelijke termijn wordt gekoppeld;
3. Bij het voorbereidingsbesluit onder beslispunt 1. te bepalen dat de bouw- en gebruiksregels van het tijdelijk deel van het omgevingsplan (‘Bedrijventerreinen e.o. en Snelwegen’, ‘Partiële herziening Bedrijventerreinen e.o. en Snelwegen-aanpassen gezoneerd industrieterrein’, ‘Chw-bestemmingsplan Parapluherziening Staat van Bedrijfsactiviteiten-energie installaties met houtige biomassa en/of fossiele brandstoffen’) buiten toepassing worden verklaard, voorzover die in strijd zijn met de voorbereidingsregels als bedoeld onder beslispunt 2, lid c, sub ii;
4. Bij het voorbereidingsbesluit onder beslispunt 1. te bepalen dat het verbod als bedoeld onder 2. niet geldt voor het gebruik dat is toegestaan op grond van een verleende omgevingsvergunning voor het wijzigen van het gebruik met toepassing van artikel 2.12, lid 1, onderdeel a sub 1, 2 en 3 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.