direct naar inhoud van Artikel 17 Wonen
Plan: Hoogland
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0307.BP00048-0301

Artikel 17 Wonen

17.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. garageboxen ter plaatse van de aanduiding 'garage' (ga);
  • b. woonwagens met de bijbehorende bijgebouwen ter plaatse van de aanduising 'woonwagenstandplaats' (wp).
17.2 Bouwregels

Op en in deze gronden zijn uitsluitend gebouwen en andere bouwwerken toegestaan, die ten dienste staan van de bestemming.

17.2.1 Woonwagens
  • a. ter plaatse van de aanduiding 'woonwagenstandplaats' mogen ten hoogste het ter plaatse aangegeven aantal woonwagens worden gerealiseerd;
  • b. de oppervlakte van een woonwagen en de daarbij behorende bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 75% van de oppervlakte van de woonwagenstandplaats;
  • c. uitsluitend vrijstaande bijbehorende bouwwerken zijn toegestaan;
  • d. per woonwagenstandplaats mag de oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken niet meer dan 30 m² bedragen;
  • e. de goothoogte van een woonwagen bedraagt maximaal 3,5 meter;
  • f. de goothoogte van bijbehorende bouwwerken bedraagt maximaal 3 meter;
  • g. de woonwagen en de bijbehorende bouwwerken mogen plat worden afgedekt of met een dakhelling kleiner dan 45o.
17.2.2 Garageboxen

Voor het bouwen van garageboxen gelden de volgende regels:

  • a. mogen worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding 'garage';
  • b. de bouwhoogte van garageboxen mag niet meer bedragen dan 3 m, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'kap' de bouwhoogte mag worden overschreden ten behoeve van een kap;
  • c. de garageboxen en overkappingen moeten plat worden afgedekt, behalve ter plaatse van de aanduiding 'kap';
17.3 Specifieke gebruiksregels
17.3.1 Verboden bebruik

Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, sub c Wabo wordt mede verstaan:

  • a. het gebruik van garageboxen en bijbehorende bouwwerken als woonruimte;
  • b. het gebruik van garageboxen voor bedrijfsmatige opslag en overige activiteiten met een bedrijfsmatig karakter.
17.3.2 beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten

In een woonwagen zijn beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten toegestaan, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. het beroep of bedrijf door de bewoner van de woonwagen wordt uitgeoefend welke bewoner maximaal 2 medewerkers mag hebben;
  • b. het gebruik van de woonwagen en de bijbehorende bouwwerken voor beroep of bedrijf niet mag leiden tot een (onevenredige) afbreuk of aantasting van:
    • 1. het woonkarakter van de woonwagen;
    • 2. de ruimtelijke uitwerking of uitstraling van de (primaire) woonfunctie;
    • 3. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bebouwing;
    • 4. het woongenot en de woonsituatie van de aangrenzende gronden en bebouwing;
    • 5. het woonkarakter en woonmilieu van de straat, buurt of wijk.
  • c. er geen sprake is van publieksgerichte beroeps- of bedrijfsactiviteiten aan huis;
  • d. maximaal 35% van de bebouwde oppervlakte van de woonwagen en de bijbehorende bouwwerken mag worden benut voor het beroep of bedrijf, met een maximum van 75 m²;
  • e. het gebruik geen nadelige invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer en geen nadelige invloed heeft op de parkeerbehoefte in de openbare ruimte;
  • f. er geen beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten in de openbare ruimte rond de woonwagen mogen plaatsvinden, met uitzondering van in- en uitladen;
  • g. het geen milieuvergunningsplichtige of meldingsplichtige bedrijven in het kader van de Wet milieubeheer betreft, zoals deze luidt op het tijdstip van het verkrijgen van rechtskracht van dit plan, met dien verstande dat in ieder geval zijn toegestaan de activiteiten die in de van deze regels deel uitmakende bijlage Staat van Bedrijfsactiviteiten functiemenging (bijlage 2) zijn aangemerkt als categorie A, dan wel daarmee gelijk kunnen worden gesteld voor wat betreft hun ruimtelijke uitwerking voor de omgeving;
  • h. geen buitenopslag plaatsvindt;
  • i. reclame-uitingen maximaal 0,15 m² zijn en plat tegen de gevel worden gemonteerd of vrijstaand op een maximale hoogte van 1 meter op eigen terrein.


met dien verstande dat per woning voorzien dient te worden in voldoende parkeergelegenheid zoals vastgelegd in de Nota Parkeernormen Amersfoort d.d. 27 januari 2009.

17.4 Afwijking
17.4.1 Afwijking van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 17.3.2 onder b.3 ten behoeve van publieksgerichte beroeps- of bedrijfsactiviteiten aan huis, met dien verstande dat:

  • a. voldaan wordt aan de in Amersfoort geldende parkeernormen, waarbij de parkeereis op eigen terrein wordt opgelost;
  • b. wanneer de parkeereis niet (volledig) op eigen terrein kan worden opgelost, de extra parkeerbehoefte wordt opgevangen op al aanwezige parkeerplaatsen in de openbare ruimte tot een maximum van 3 parkeerplaatsen, mits het betreffende gebied de extra parkeerdruk kan opvangen;
  • c. voor het overige wordt voldaan aan de onder lid 17.3.2 onder b genoemde voorwaarden.