Corderius College

2.2 Voorgeschiedenis

Noodzaak uitbreiding

Op dit moment heeft de school 53 leslokalen voor ongeveer 1.575 leerlingen. Hiervan zijn 4 leslokalen tijdelijk. Ondanks deze vier extra tijdelijke leslokalen is er al een capaciteitsprobleem. Daar komt bij dat deze tijdelijke leslokalen medio 2014 moeten verdwijnen. Tijdelijke lokalen mogen maar voor een periode van 5 jaar worden geplaatst.

De behoefte aan deze lokalen is echter permanent want het aantal leerlingen neemt niet af. De reden dat ze tijdelijk zijn toegestaan is om het Corderius College de ruimte te geven een plan voor een goede permanente huisvesting te ontwikkelen.

Verder blijkt uit de leerlingenprognoses tot 2020 dat het leerlingenaantal verder toeneemt tot 1.600. Om de leerlingen uit de tijdelijke lokalen permanent te huisvesten en de verwachte groei tot 2020 op te vangen, moet de school met negen leslokalen worden uitgebreid.

Motivatie locatiekeuze

Het schoolbestuur heeft in overleg met de gemeente een plan ontwikkeld voor een goede en permanente uitbreiding van de school. In opdracht van de gemeente is vervolgens door de architect van het oorspronkelijke gebouw onderzocht hoe de school uitgebreid kan worden.

Voor de locatiekeuze zijn een aantal zaken bepalend geweest. Onderwijsregelgeving is hierbij voor een groot deel richtinggevend. De gemeente is verplicht zorg te dragen zodat onderwijs gegeven kan worden. Dit is geregeld in de Wet op het Voortgezet Onderwijs en de verordening Voorzieningen Huisvesting onderwijs gemeente Amersfoort 2007.

De verordening bepaalt dat de aanvraag voor uitbreiding van een schoolgebouw wordt toegekend wanneer de betreffende school voor de komende vier tot twintig jaar recht heeft op de uitbreiding (op basis van leerlingenprognoses) en er geen alternatief beschikbaar is binnen een straal van 2 kilometer van het huidige gebouw.

Er is binnen een straal van 2 kilometer van het Corderius College geen alternatief beschikbaar om de leerlingen van het Corderius College voor de komende twintig jaar van huisvesting te voorzien. In Amersfoort Zuid hebben namelijk meerdere scholen een tekort aan huisvesting.

Locaties buiten een straal van 2 kilometer komen niet in aanmerking omdat deze niet voldoen aan de wetgeving zoals hiervoor vermeld. Daarom is er gekeken naar uitbreidingmogelijkheden op de huidige locatie. Dit heeft programmatisch en financieel verreweg de voorkeur.

Achtergrond onderwijsregelgeving

Op grond van onderwijsregelgeving is de gemeente verantwoordelijk voor de huisvesting van scholen (Wet op het Voortgezet Onderwijs en de Verordening Voorzieningen Huisvesting Onderwijs Gemeente Amersfoort 2007). Wanneer een school een aanvraag doet bij de gemeente voor een uitbreiding, wordt op basis van leerlingenprognoses over 20 jaar volgens wettelijke normen het aantal vierkante meters vastgesteld. De gemeente is verplicht hier geld voor beschikbaar te stellen.

Op 22 december 2009 heeft het College van burgemeester en wethouders het Programma en het Overzicht voor Onderwijshuisvesting 2010 vastgesteld. Daarin is opgenomen dat het Corderius College recht heeft op een permanente uitbreiding. Het gaat om zowel het gebouw als het terrein van de school aan de Lambert Heijnricsstraat 23. De school heeft recht op een uitbreiding van 1.451 m².

Buiten de leslokalen maakt de school gebruik van extra studieruimtes in het gebouw, zoals werkruimtes voor groepsopdrachten. Deze lesmethode vergt meer vierkante meters dan op basis van regelgeving is genormeerd. Het Corderius College heeft daarom gekozen 200 m² extra voor eigen rekening te realiseren. De totale uitbreiding is 1.651 m².

Besluitvorming bestemmingsplanprocedure

Op 1 maart 2011 heeft het College van burgemeester en wethouders ingestemd met de uitbreiding van het Corderius College en hiervoor een bestemmingsplan te maken volgens de procedure van model 1 conform de notitie "Rol van de Raad in RO-procedures". Het presidium heeft dit voorstel van het College, op 29 maart 2011 vastgesteld en daarmee positief geadviseerd dat model 1 passend is. Deze procedure houdt in dat er direct een ontwerpbestemmingsplan wordt opgesteld die, na het wettelijk vooroverleg, voor iedereen ter inzage wordt gelegd. Er vindt vooraf geen inspraak plaats.