direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Arnhemseweg 196 - 310
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0307.BP00117-0201

Toelichting

Hoofdstuk 1 Planbeschrijving

1.1 Aanleiding

Tussen de Ponlijn en de achtertuinen van de woningen Arnhemseweg 196 - 310 ligt een openbare groenstrook. Deze groenstrook is in het verleden door de gemeente aangekocht van Prorail. Oorspronkelijk was het plan om het fietspad Kersenbaan over deze grond door te trekken. Dit fietspad is uiteindelijk echter ter plaatse van de voormalige Diamantweg aangelegd. De groenstrook bleek vervolgens geschikt als leefgebied voor de ter plaatse aanwezige hazelworm.

Door de ligging van de strook, tussen de woningen en de Ponlijn, blijkt echter dat het zeer lastig is om de kwaliteit van het leefgebied voor de hazelworm op deze locatie in stand te houden. Daar komt bij dat deze strook als sinds lange tijd in gebruik is door de aanwonenden en dit gebruik nog steeds toeneemt.

Nu deze groenstrook geen meerwaarde meer heeft voor de gemeente Amersfoort, heeft het college besloten om deze grond aan te bieden aan de aangrenzende eigenaren.
Het leefgebied voor de hazelworm wordt verplaatst naar Nimmerdor. Het leefgebied voor de hazelworm aan de oostzijde van het spoor, tussen spoor en (geluidsscherm) Kersenbaan blijft wel gehandhaafd. Om de nieuwe situatie in overeenstemming te brengen met het feitelijke gebruik is een herziening van het ter plaatse geldende bestemmingsplan noodzakelijk.

1.2 Het plangebied

De Arnhemseweg ligt in het zuidelijk deel van Amersfoort in de wijk Leusderkwartier. Tussen de Ponlijn en de Arnhemseweg ligt de groenstrook waarvan de bestemming wordt gewijzigd.

afbeelding "i_NL.IMRO.0307.BP00117-0201_0001.jpg" afbeelding "i_NL.IMRO.0307.BP00117-0201_0002.jpg"

Deze groenstrook grenst aan de achtertuinen van de percelen met de nummers 196 t/m 310.

afbeelding "i_NL.IMRO.0307.BP00117-0201_0003.jpg"

1.3 Bestaande situatie

Op de navolgende vogelvlucht foto's is goed te zien dat de groenstrook niet als een duidelijke groenelement in de omgeving ligt. Dit komt mede door de lastige bereikbaarheid van het gebied voor onderhoud. Ook het feit dat een groot deel van de strook door aanwonenden in gebruik genomen is, draagt niet bij aan een eenduidig beeld.

afbeelding "i_NL.IMRO.0307.BP00117-0201_0004.jpg"

afbeelding "i_NL.IMRO.0307.BP00117-0201_0005.jpg"

afbeelding "i_NL.IMRO.0307.BP00117-0201_0006.jpg"

Bij de planvorming rond de aanleg van de Kersenbaan is besloten het gebied tussen de Kersenbaan en de achtertuinen van de woningen langs de Arnhemseweg in te richten als leefgebied voor de hazelworm. Daarbij was het tevens de bedoeling om het klimaat voor de hazelworm te optimaliseren door tegen het geluidsscherm een klein talud te maken. Waar mogelijk zijn bestaande bomen en heesters gespaard en de beplanting aangevuld met nieuwe bomen en heesters die passen bij de habitat van de hazelworm. Gebleken is echter dat de kwaliteit van dit leefgebied voor de hazelworm niet gegarandeerd kan worden, wat vraagt om verplaatsing van de hazelworm naar een nieuw leefgebied.

1.4 Geldende bestemmingsplan

Het plangebied valt binnen het ter plaatse geldende bestemmingsplan Leusderkwartier - Kersenbaan. Dit plan is op 15 maart 2011 vastgesteld door de gemeenteraad van Amersfoort. Op grond van dit bestemmingsplan heeft het plangebied de bestemming 'Groen'. Binnen deze bestemming is de functieaanduiding 'specifieke vorm van groen - leefgebied hazelworm' van toepassing.

afbeelding "i_NL.IMRO.0307.BP00117-0201_0007.jpg"

Met de voorgenomen aanpassingen in de feitelijke situatie ligt een wijziging van de bestemming voor de hand. Voorliggend bestemmingplan voorziet hierin door de bestemming 'Groen' te wijzigingen naar eenzelfde bestemming als de aangrenzende gronden. Het gaat dan met uitzondering van 1 perceel om de wijziging naar de woonbestemming. Het andere perceel krijgt de bestemming 'detailhandel'. De nieuwe bestemmingen maken slechts bijbehorende bouwwerken en andere werken mogelijk.

1.5 Nieuwe situatie

Nieuwe achtertuinen

De grond van de groenstrook wordt tot aan de grens met de Ponlijn aangeboden aan de aangrenzende eigenaren als nieuwe achtertuin. Daarbij kunnen zij kiezen of zij de grond in gebruik willen nemen en huren of dat zij de grond willen kopen. Hierover worden privaatrechtelijke afspraken gemaakt en via overeenkomst vastgelegd.

De ter plaatse geldende bestemming 'Groen' krijgt een nieuwe bestemming die aansluit bij de bestemming van bijbehorende hoofdgebouw. Het gaat hier om de volgende bestemmingen:

  • Wonen 1: aaneengebouwde woningen;
  • Wonen 2: half vrijstaande woningen;
  • Wonen 3: vrijstaande woningen;
  • Wonen 4: gestapelde woningen;
  • Detailhandel

Er worden geen bouwvlakken opgenomen, wat betekent dat er geen hoofdgebouwen of uitbreidingen daarvan gebouwd kunnen worden. Wel kunnen er bijbehorende bouwwerken en andere bouwwerken gebouwd worden. Voor de nieuwe eigenaren wordt het hiermee mogelijk om in de nieuwe tuin, in overeenstemming met de regels van het bestemmingsplan, perceelsafscheiding of bijgebouwen te plaatsen.

Voor het percelen Arnhemseweg 300 - 310 wordt binnen de woonbestemming de functieaanduiding geluidscherm opgenomen. Dit is noodzakelijk in verband met de afscherming van het geluid van de Kersenbaan. Het geluidscherm krijgt een hoogte van ca. 3 meter.

Door de aanwezigheid van een kabel- en leidingentracé net naast het hekwerk Ponlijn, mag slechts worden gebouwd nadat is gebleken dat er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het doelmatig functioneren van deze kabels en leidingen en de veiligheid daarvan.

Hazelworm

Nu gebleken is dat de kwaliteit van het leefgebied voor de hazelworm aan de westzijde langs de Ponlijn niet gegarandeerd kan worden, wordt de hazelworm zoveel mogelijk verplaatst. Er wordt een nieuw gebied ingericht voor de Hazelworm in Nimmerdor. Het leefbaar maken van dit gebied wordt in een beheerplan voor dit gebied opgenomen. Het leefgebied voor de hazelworm aan de oostzijde van het spoor, tussen spoor en (geluidsscherm) Kersenbaan blijft wel gehandhaafd.

Voor het verplaatsen van de hazelworm wordt bij het ministerie van Economische Zaken een ontheffing aangevraagd. Gezien de goede mogelijkheden voor een nieuw leefgebied in Nimmerdor, is de verwachting dat de ontheffing verleend wordt.

afbeelding "i_NL.IMRO.0307.BP00117-0201_0008.png"

1.6 Omgevingsaspecten

Het bestemmen van de groenstrook grenzend aan de achtertuinen van de Arnhemseweg 196 - 310 is mogelijk nadat gebleken is dat er geen belemmeringen zijn vanuit de omgevingsaspecten. In deze paragraaf worden allen de aspecten die relevant zijn voor de wijziging van de bestemming kort besproken. Van alle overige omgevingsaspecten is vastgesteld dat ze ruimtelijk niet relevant zijn voor dit plan.

Bodem

In het kader van de overdracht van de gronden van de groenstrook aan de aangrenzende eigenaren van de percelen Arnhemseweg 196 - 310, is een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd. Dit onderzoek maakt als Bijlage 2 onderdeel uit van deze toelichting.

Geconcludeerd is dat de bovengrond licht verontreinigd is met lood, zink en PAK en lokaal met koper en kwik. Het grondwater is licht verontreinigd met barum en zink. Er is ter plaatse geen asbest aangetroffen.

De aangetroffen gehalten komen veelvuldig voor in Nederland en zijn niet ongewoon in de regio. Er is op dit punt geen sprake van een belemmering voor de overdracht van de grond. Nader onderzoek wordt niet noodzakelijk geacht.

Flora en fauna

In het plangebied leeft de strikt beschermde hazelworm. Voordat de grond wordt overgedragen aan anderen, moet er een plan opgesteld zijn ter bescherming van de hazelworm. Ook dient er een ontheffing op grond van de Flora- en faunawet aangevraagd te worden. Ter onderbouwing van deze aanvraag is een projectplan opgesteld, welke als Bijlage 1 onderdeel uitmaakt van deze toelichting.

Een van de maatregelen uit het projectplan is het wegvangen en verplaatsen van hazelwormen naar de overzijde van de Ponlijn. Voorkomen moet worden dat de hazelwormen worden gedood of verwond.

Voor de aanleg van de Kersenbaan is een faunapassage aangelegd die het hazelwormreservaat verbindt met het bosgebied van Nimmerdor. Hierdoor verkleint de kans op genetische isolatie en wordt hervestiging vanuit omliggende populaties mogelijk.

Met het wegvangen van de hazelworm is het niet onwaarschijnlijk dat de hazelworm in de toekomst nog gebruik zal maken van de tuinen. Zeker wanneer daar rommelhoekjes en composthopen in aanwezig zijn. Met eenvoudige maatregelen is het mogelijk om de hazelworm een veilige plek te bieden in de tuin. Alle nieuwe eigenaren krijgen dan ook een informatiefolder waarin dit uitgelegd staat.

Conventionele explosieven

In het kader van het project Kersenbaan is een projectgebonden risico-analyse uitegvoerd, omdat de resultaten van twee historisch vooronderzoeken naar de mogelijke aanwezigheid van conventionele explosieven daar aanleiding toe gaven. Voor het projectgebied Kersenbaan is gebleken dat een aantoonbaar verhoogd risico geldt voor niet gesprongen explosieven. Ook de aanwezigheid van blindgangers en achtergelaten infanteriemunitie kunnen daar een risico vormen.

Het plangebied Arnhemseweg 196 - 310 ligt binnen het onderzoeksgebied van het project Kersenbaan. Uit het onderzoek blijkt duidelijke dat het gebied aan de acterzijde van de achterzijde Arnhemseweg Zuid niet verdacht is. Zie Bijlage 3, Bijlage 4, Bijlage 5 en Bijlage 6.

Archeologie

In het kader van het bestemmingsplan Leusderkwartier Kersenbaan is het aspect archeologie bekeken. Daarbij is aan de hand van archeologische onderzoeken in de directe omgeving van de Kersenbaan (en in daarmee voorliggende plangebied) vastgesteld dat er geen archeologische sporen zijn. In dit gebied kan, in het geval van bodemingrepen, archeologisch onderzoek achterwege blijven.

1.7 Conclusie

Uit hetgeen In de vorige paragrafen staat beschreven, mag geconcludeerd worden dat er geen belemmeringen zijn voor de gewenste herziening van de bestemming.

Hoofdstuk 2 Uitvoerbaarheid

Bij de beschrijving van de uitvoerbaarheid van een bestemmingsplan gaat het zowel over het overleg dat bij de voorbereiding van het plan gevoerd is, als om de economische uitvoerbaarheid.

2.1 Economisch

Exploitatieverplichting

Gelet op het stelsel van de Wet ruimtelijke ordening moet de gemeenteraad een exploitatieplan vaststellen voor gronden waarop een bij algemene maatregel van bestuur (= Besluit ruimtelijke ordening) aangewezen bouwplan is voorgenomen. In dit geval is geen sprake van een aangewezen bouwplan, zodat geen exploitatieplan vastgesteld hoeft te worden.

Financiële uitvoerbaarheid

De kosten die verband houden met het wijzigen van het bestemmingsplan, het aanvragen van de ontheffing hazelworm, het in gebruik geven van de grond aan bewoners en de herinrichting van een deel van Nimmerdor als hazelwormgebied, worden gedekt uit het projectbudget van de Kersenbaan. Hiervoor heeft de gemeenteraad voldoende krediet vastgesteld. Het plan kan als financieel uitvoerbaar worden aangemerkt.

2.2 Maatschappelijk

Naast de verplichte communicatie momenten die de Wet ruimtelijke ordening vraagt, is het van belang om rechtstreeks met de direct belanghebbenden te communiceren over de plannen. Aan hen wordt uitgelegd dat de herziening van het bestemmingsplan recht doet aan de aanwezige situatie en in het belang is van de leefomstandigheden van de hazelworm. Nu de eigenaren van aangrenzende gronden er qua perceelsoppervlakte op vooruit gaan, er geen nadelige gevolgen voor derden optreden en de hazelworm wordt beschermd, worden er geen zwaarwegende bezwaren verwacht. Deze formele bestemmingsplanprocedure zal hier uitsluitsel over geven. De verwachting is dat de maatschappelijke uitvoerbaarheid aangetoond wordt.

2.3 Procedure

Wettelijk vooroverleg

Het Besluit ruimtelijke ordening geeft in artikel 3.1.1 aan dat burgemeester en wethouders bij de voorbereiding van een bestemmingsplan overleg plegen met de besturen van betrokken gemeenten en waterschappen en met die diensten van provincie en rijk die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening en belast zijn met de behartiging van belangen welke in het plan in het geding zijn.

Het voorliggende bestemmingsplan voorziet in een bestemmingswijziging van geringe omvang. Met dit plan zijn, behalve het belang van de hazelworm, geen belangen gemoeid waarover overleg noodzakelijk is met genoemde instanties. Zoals in paragraaf 1.6 staat aangegeven is de hazelworm een strikt beschermde soort en dient voor het verplaatsen van het betreffende deel van het leefgebied een ontheffing gevraagd te worden op grond van de Flora- en faunawet. In dit kader heeft een in ecologie en natuur gespecialiseerd bureau het projectplan opgesteld (zie Bijlage 1) dat nodig is ter onderbouwing van de ontheffingsaanvraag. Bij het opstellen van di tplan hebben zij overleg gevoerd met diverse deskundigen. Het belang van de hazelworm is hiermee voldoende beschermd, waardoor verder overleg hierover achterwege kan blijven.

Zienswijzenprocedure

Nadat burgemeester en wethouders met het ontwerp van dit bestemmingsplan hebben ingestemd, wordt het gedurende een periode van zes weken voor een ieder ter inzage gelegd. Het plan kan dan ook digitaal worden geraadpleegd via www.ruimtelijkeplannen.nl en onze gemeentelijke website www.amersfoort.nl.

Tijdens de periode van de terinzagelegging kunnen belanghebbenden een zienswijze over het ontwerp bestemmingsplan kenbaar maken bij de gemeenteraad. Vervolgens wordt een besluit genomen over de eventuele zienswijzen en de vaststelling van het bestemmingsplan. Wanneer het bestemmingsplan is vastgesteld, ligt het plan ter inzage met de mogelijkheid tot het indienen van beroep en/of voorlopige voorziening bij de Raad van State. Na het doorlopen van de fase van beroep en/of voorlopige voorziening wordt het plan onherroepelijk.

Hoofdstuk 3 Juridische planbeschrijving

3.1 Wat is een bestemmingsplan

Een bestemmingsplan bepaalt hoe de gronden gebruikt mogen worden, of er ergens gebouwd mag worden en wat voor bebouwing dat mag zijn. Het gaat om het toelaten van bepaalde gebruiksmogelijkheden (toelatingsplanologie). De grondgebruiker (zoals eigenaar, huurder) mag de functie die het bestemming geeft uitoefenen. Dit houdt in dat de grondgebruiker niet kan worden verplicht om een aangewezen bestemming daadwerkelijk te realiseren, maar ook dat de grondgebruiker geen andere functie mag uitoefenen die in strijd is met de gegeven bestemming, of in strijd met het bestemmingsplan mag bouwen.

Het is belangrijk om voor de toekomstige en bestaande bebouwing en functies een bestemmingsregeling te ontwerpen die zo veel mogelijk ruimte biedt voor verandering en aanpassing aan veranderende wensen. Het plan dient, met andere woorden, flexibel en doelmatig te zijn, en dient rechtszekerheid te bieden omtrent de ruimte voor verandering. Daar staat tegenover, dat het plan de nodige bescherming moet bieden tegen ontwikkelingen die schadelijk zijn voor anderen. Bescherming tegen een zodanige ontwikkeling wordt samengevat in de term rechtsbescherming.

Een bestemmingsplan bestaat uit een verbeelding, regels en een toelichting. De verbeelding en de regels vormen samen het juridisch bindende gedeelte van het bestemmingsplan. Op de verbeelding zijn de bestemmingen aangewezen. Aan deze bestemmingen zijn bouw- en gebruiksregels gekoppeld. De toelichting heeft geen rechtskracht, maar is wel een belangrijk onderdeel van het bestemmingsplan. Hierin staat hoe een plan tot stand is gekomen, een beschrijving van het gebied en wat de bedoelingen van de gemeente zijn in het plangebied.

3.2 Dit bestemmingsplan

Het voorliggende bestemmingsplan Arnhemseweg 196-310 bestaat uit een verbeelding met bijbehorende regels en gaat vergezeld van deze toelichting. De verbeelding en de regels vormen tezamen het juridisch bindende gedeelte van het bestemmingsplan. Beide planonderdelen dienen in onderlinge samenhang te worden bezien en toegepast.
Op de verbeelding bij het bestemmingsplan Arnhemseweg 196 - 310 wordt de voormalige groenstrook als een bestemming weergegeven die aansluit bij de bestemming van het op het perceel aanwezige hoofdgebouw. Het gaat dan concreet om de bestemmingen Wonen 1 (aangesloten woningen), Wonen 2 (half vrijstaande woningen), Wonen 3 (vrijstaande woningen) en Detailhandel. Het geluidscherm in de tuinen van de nummers 300 - 310 wordt aangeduid via de functieaanduiding geluidscherm.

De regels van dit bestemmingsplan zijn verdeeld over vier hoofdstukken:

  • 1. Inleidende regels: dit zijn de begripsbepaling en de wijze van meten;
  • 2. Bestemmingsregels: deze formuleren het toegestane gebruik en geven regels over het bouwen. Ook de afwijkingsbevoegdheden over de bouw-en/of gebruiksregels staan hier.
  • 3. Algemene regels: dit zijn regels met een algemeen karakter zoals de antidubbeltelbepaling, algemene gebruiksregels en de bepaling uitsluiting aanvullende werking bouwverordening.
  • 4. Overgangs- en slotregels. 

Uit de bestemmingsregels blijkt dat de gronden van dit bestemmingsplan niet met hoofdgebouwen mogen worden bebouwd. Er is geen bouwvlak opgenomen. Wel kunnen er binnen de regels bijbehorende bouwwerken en andere werken worden gebouwd.

Binnen de functieaanduiding geluidscherm is het mogelijk een geluidscherm te bouwen.