direct naar inhoud van Artikel 1 Begrippen
Plan: Wagenwerkplaats e.o.
Status: ontwerp
Plantype: beheersverordening
IMRO-idn: NL.IMRO.0307.BVWagenwerkplaats-on01

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 plan:

de beheersverordening 'Wagenwerkplaats e.o.' van de gemeente Amersfoort;

1.2 beheersverordening:

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0307.BVWagenwerkplaats-on01 met bijbehorende regels en bijlagen;

1.3 verbeelding:

de analoge en digitale voorstelling van de in de beheersverordening opgenomen digitale ruimtelijke informatie;

en verder onder:

1.4 aan huis gebonden bedrijf:

een bedrijf, gericht op het beroepsmatig verlenen van diensten en zorg of het uitoefenen van (ambachtelijke) bedrijvigheid door middel van handwerk, dat door de bewoner(s) van een woning in of vanuit die woning of een bijbehorend bijgebouw, waarbij de woning in hoofdzaak de woonfunctie behoudt;

1.5 aan huis gebonden beroep:

een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, zakelijk, maatschappelijk, juridisch, (para)medisch, therapeutisch, lichaamsverzorgend, ontwerptechnisch of kunstzinnig of hiermee gelijk te stellen gebied, dat door de bewoner(s) van een woning in of vanuit die woning of een bijbehorend bouwwerk, waarbij de woning in hoofdzaak de woonfunctie behoudt, een kapsalon hieronder begrepen;

1.6 ander-werk

een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheid;

1.7 archeologische waarde

oudheidkundige waarden in de bodem die van belang zijn voor de kennis en studie van (de culturele overblijfselen van) de geschiedenis;

1.8 archeologisch deskundige

de gemeentelijke archeoloog of een andere door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen deskundige op het gebied van de archeologie;

1.9 archeologisch onderzoek

onderzoek (bureau en/of boren en/of geofysisch onderzoek en/of graven en/of begeleiden) verricht door de gemeente of namens de gemeente door een dienst, bedrijf of instelling, beschikkend over een opgravingsvergunning ex artikel 39 van de Monumentenwet 1988 en werkend volgens de kwaliteitsnorm voor de Nederlandse archeologie;

1.10 bebouwing

één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouw zijnde;

1.11 bebouwingspercentage

de gezamenlijke oppervlakte van bebouwing op een bouwperceel, dan wel binnen een bestemmingsvlak of bouwvlak, zoals nader bepaald in deze regels, in procenten van de oppervlakte van dat bouwperceel, bestemmingsvlak respectievelijk bouwvlak;

1.12 bedrijf

een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis gebonden beroepen daaronder niet begrepen;

1.13 bedrijfswoning

een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bestemd voor (het huishouden van) een persoon wiens huisvesting daarin, gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein, noodzakelijk is;

1.14 besluitgebied

het werkingsgebied van een beheersverordening;

1.15 besluitvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

1.16 besluitvlakgrens

de grens van een besluitvlak;

1.17 besluitsubvlak

een geometrisch bepaald vlak of figuur waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

1.18 besluitsubvlakgrens

de grens van een besluitsubvlak, indien het een vlak betreft;

1.19 bestaand

bestaand op het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening;

1.20 bijbehorende bouwwerken

een al dan niet vrijstaand gebouw, dat door zijn constructie en/of afmetingen ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel staand hoofdgebouw;

1.21 bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;

1.22 bouwgrens

de grens van een bouwvlak;

1.23 bouwlaag

een boven het peil gelegen en doorlopend gedeelte van een gebouw, dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;

1.24 bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge deze regels één hoofdgebouw met bijbehorende bouwwerken, is toegestaan;

1.25 bouwperceelsgrens

de grens van een bouwperceel;

1.26 bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouw zijnde, zijn toegelaten;

1.27 bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren;

1.28 bouwwerk van openbaar nut

bebouwing ten behoeve van een op het openbaar net aangesloten nutsvoorziening, het meten van de luchtkwaliteit, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer of het wegverkeer;

1.29 cultuur en ontspanning

het bedrijfsmatig verrichten van activiteiten gericht op cultuur en ontspanning,

zoals bijvoorbeeld een atelier, creativiteitscentrum, dansschool, muziekschool en (muziek)theater, musea, ateliers, galeries, bibliotheken, muziek-, dans- en toneelscholen en kunst- en cultuurgerelateerde instellingen en daarmee gelijk te stellen instellingen, met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie.

1.30 detailhandel

het bedrijfsmatig te koop, te huur of in lease aanbieden, hieronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan degenen die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;

1.31 dienstverlening

zakelijke en persoonlijke dienstverlening;

  • a. zakelijke dienstverlening: het bedrijfsmatig verlenen van diensten aan of ten gerieve van bedrijven, zoals administratie-, advertentie-, advocaten-, makelaars, advies-, en ingenieursbureaus en banken en andere financiële dienstverleners met een beperkte publieksgerichte functie;
  • b. persoonliike dienstverleninq: een met een winkel vergelijkbaar bedrijf dat is gericht op het verlenen van diensten aan of ten gerieve van het publiek zoals een reisbureau, postkantoor, kapsalon, schoonheidssalon, wasserette of bank met in hoofdzaak een publieksgerichte functie;
1.32 erf

een al of niet omheind stuk grond, in ruimtelijke opzicht direct behorende bij, in functioneel opzicht ten dienste van en in feitelijk opzicht direct aansluitend aan een woning of een ander gebouw, waarop ingevolge de regels van deze verordening geen hoofdbebouwing is toegestaan en dat in beginsel behoort tot de kavel(s) waarop de woning of het andere gebouw is geplaatst, zoals dat blijkt uit kadastrale gegevens;

1.33 erker

een uitbreiding van het hoofdgebouw op de begane grond, geen afzonderlijke ruimte zijnde, waarvan de bestemming overeenkomt met de bestemming van het hoofdgebouw;

1.34 evenementen

periodieke en/ of incidentele manifestaties zoals beurzen, concerten, markten, sportmanifestaties en dergelijke.

1.35 gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

1.36 gebruiken

het doen gebruiken, laten gebruiken en in gebruik geven;

1.37 hoofdgebouw

een gebouw dat, gelet op de bestemming, als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt;

1.38 horeca van categorie a

Horeca van categorie a   Restaurant, bistro, crêperie, tapasbar, pizzeria, kookstudio   Een zelfstandig horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van maaltijden voor de consumptie ter plaatse, al dan niet met als nevenactiviteit het verstrekken van alcoholvrije en alcoholhoudende dranken, waaronder begrepen het bedrijfsmatig exploiteren van zaal- en vergaderaccommodaties  
  Cafetaria,, snackbar, grillroom, fastfoodrestaurant, automatiek, snelbuffet   Een zelfstandig horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van maaltijden (al dan niet voor de consumptie ter plaatse), al dan niet met als nevenactiviteit het verstrekken van alcoholvrije en alcoholhoudende dranken  
  Lunchroom, konditorei   Een zelfstandig daghorecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van al dan niet ter plaatse bereid of bewerkte etenswaren al dan niet voor de consumptie ter plaatse  
  Koffiehuis, theehuis   Een zelfstandig daghorecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van alcoholvrije dranken voor de consumptie ter plaatse, al dan niet met als nevenactiviteit het verstrekken van kleine etenswaren  
  ijssalon   Een zelfstandig daghorecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van consumptie-ijs voor de consumptie ter plaatse  
1.39 huishouden

vorm van wonen, zowel in de traditionele vorm van gezin als in de minder traditionele vorm, mits er sprake is van nagenoeg zelfstandige bewoning met een zekere mate van onderlinge verbondenheid tussen de bewoners en continuïteit in de samenstelling;

1.40 kantoor

het bedrijfsmatig verlenen van diensten op administratief, financieel, ontwerp-,

advies-, juridisch of daarmee gelijk te stellen gebied, waaronder congres- en vergaderaccommodaties, waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen;

1.41 maatschappelijke voorzieningen

educatieve, medische, sociaal-medische, sociaal-culturele, levensbeschouwelijke, religieuze, sport- en recreatieve voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, opvangvoorzieningen en nutsvoorzieningen, met dien verstande dat kinderdagverblijven en buitenschoolse opvang zijn uitgesloten;

1.42 maatvoeringsvlak:

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels een bepaalde maatvoering in acht moet worden genomen;

1.43 mantelzorg

het op individuele basis, buiten organisatorisch verband, bieden van zorg aan personen die fysiek, psychisch of verstandelijk hulpbehoevend zijn;

1.44 meergezinswoning

een gebouw dat dient voor de huisvesting van meerdere huishoudens in afzonderlijke woonruimten.

1.45 nadere eis

een nadere eis als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, sub d van de Wet ruimtelijke ordening zoals deze geldt op het moment van terinzagelegging van de ontwerp-verordening;

1.46 omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden:

een vergunning als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 sub b van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht zoals deze luidt op het moment van terinzagelegging van de ontwerp-verordening;

1.47 ondergeschikte bouwdelen/bouwdelen van ondergeschikt belang

bouwdelen van beperkte afmetingen, die buiten de hoofdmassa van het hoofdgebouw uitsteken, zoals schoorstenen, antennemasten, windvanen, vlaggenmasten, overstekken en andere ondergeschikte dakopbouwen;

1.48 ondergronds

beneden het peil;

1.49 peil
  • a. voor een gebouw, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de kruin van de weg ter plaatse van de hoofdtoegang;
  • b. voor de overige gebouwen: de hoogte van het afgewerkte terrein ter plaatse van de hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
  • c. voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat direct aan de weg grenst: de kruin van de weg;
  • d. voor de overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, de gemiddelde hoogte van het afgewerkte terrein bij voltooiing van de bouw.
1.50 prostitutie

het aanbieden van seksuele diensten tegen een materiële vergoeding;

1.51 seksinrichting

een inrichting of instelling gericht op het tegen betaling doen plaatsvinden van seksuele omgang met prostituees op een naar buiten toe kenbare wijze, zoals een bordeel of escortservice;

1.52 seks- en/of pornobedrijf

een inrichting of instelling gericht op het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van erotische en/of pornografische aard dan wel voor detailhandel in seks- en/of pornoartikelen, zoals een seksbioscoop, seksclub, seksautomaat of sekswinkel;

1.53 staat van bedrijven

een als bijlage bij deze regels behorende en daarvan onderdeel uitmakende lijst van bedrijven en instellingen;

1.54 uitvoeren

het doen uitvoeren, laten uitvoeren en in uitvoering geven.

1.55 uitwerking

een uitwerking als bedoeld in artikel 3.6 eerste lid, sub b van de Wet ruimtelijke ordening zoals deze luidt op moment van terinzagelegging van de ontwerp-verordening;

1.56 verharden van wegen

het aanbrengen van een dichte deklaag in de vorm van bijvoorbeeld klinkers, asfalt of beton;

1.57 voorste bouwgrens

de naar het verkeers- of verblijfsgebied gekeerde bouwgrens;

1.58 voorgevelrooilijn

de bouwgrens die gericht is naar de weg en waarop de bebouwing is georiënteerd;

1.59 wijziging

een wijziging als bedoeld in artikel 3.6 eerste lid, sub a van de Wet ruimtelijke ordening zoals deze luidt op het moment van terinzagelegging van de ontwerp-verordening;

1.60 woning

een (gedeelte van een) gebouw, dat dient voor de huisvesting van één huishouden;