direct naar inhoud van 5.3 Luchtkwaliteit
Plan: Hoogland
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0307.BP00048-0301

5.3 Luchtkwaliteit

5.3.1 Wet luchtkwaliteit

Op 15 november 2007 is de 'Wet luchtkwaliteit' in werking getreden. Deze wet is opgenomen in de Wet milieubeheer onder hoofdstuk 5, titel 2. De kern van de Wet luchtkwaliteit bestaat uit luchtkwaliteitseisen voor de buitenlucht die in bijlage 2 van de Wet milieubeheer zijn vastgelegd. Uit de Wet luchtkwaliteit volgt dat een voorgenomen ontwikkeling vanuit het oogpunt van luchtkwaliteit inpasbaar is indien in ieder geval aan één van de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • 1. Er worden geen grenswaarden voor de luchtkwaliteit overschreden;
  • 2. Er treedt geen verslechtering van de luchtkwaliteit op, of er vindt per saldo een verbetering van de luchtkwaliteit plaats door compenserende maatregelen;
  • 3. De voorgenomen ontwikkeling draagt niet in betekenende mate (NIBM) bij aan de luchtverontreiniging;
  • 4. De voorgenomen ontwikkeling is onderdeel van het Nationaal Samenwerkingsprogramma luchtkwaliteit (NSL).


Ad 3. De Regeling NIBM geeft voor een aantal categorieën van projecten een (getalsmatige) invulling aan de NIBM-grens. Een van die categorieën zijn woningbouwlocaties. Indien een dergelijke locatie, in geval van één ontsluitingsweg, netto niet meer dan 1500 nieuwe woningen omvat, dan wel in geval van twee ontsluitingswegen met een gelijkmatige verkeersverdeling, netto niet meer bedraagt dan 3000 woningen dan is er sprake van een NIBM project.

In het Besluit NIBM is een anticumulatiebepaling opgenomen, die het 'opknippen' van projecten moet tegengaan. Projecten moeten als één locatie worden beschouwd als ze a) gebruikmaken van dezelfde ontsluitingsinfrastructuur en b) binnen 1000 meter van elkaar liggen. Projecten waarvan de toename van de concentraties ter plaatse niet meer bedraagt dan 0,1 µg/m3 kunnen buiten beschouwing blijven.

5.3.2 Besluit gevoelige bestemmingen

Op 16 januari 2009 is het Besluit gevoelige bestemmingen in werking getreden. Met deze amvb wordt de vestiging van zogeheten 'gevoelige bestemmingen', zoals scholen, kinderdagverblijven, verzorgings-, verpleeg- en bejaardenhuizen, in de nabijheid van provinciale en rijkswegen beperkt. Het besluit is gericht op bescherming van mensen met een verhoogde gevoeligheid voor fijn stof (PM10) en stikstofdioxide (NO2), met name kinderen, ouderen en zieken. Daartoe voorziet het besluit in zones waarbinnen luchtkwaliteitsonderzoek nodig is: 300 meter aan weerszijden van rijkswegen en 50 meter langs provinciale wegen, gemeten vanaf de rand van de weg.

Het gaat hierbij niet om bestemmingen in de meest enge zin van het woord, maar om alle vergelijkbare functies, ongeacht de exacte aanduiding ervan in bestemmingsplannen en andere besluiten. Van doorslaggevend belang is de (voorziene) functie van het gebouw en het bijbehorende terrein.

5.3.3 Luchtkwaliteit in relatie tot het plangebied

Het voorliggende bestemmingsplan maakt slechts een aantal kleine ontwikkelingen mogelijk. In het te realiseren gebouw aan de Zevenhuizerstraat 81 wordt de mogelijkheid gecreëerd voor twee extra appartementen. Aan de Oude Kerklaan 48 wordt een bedrijfsbestemming gewijzigd in een woonbestemming. Het gaat in totaal dus om het toevoegen van 3 woningen (waarvan 1 in plaats van een bedrijf). Deze toename is niet in betekenende mate, want ligt ruim onder de NIBM grens uit de Regeling NIBM. Uit een berekening met de NIBM tool (zie http://www.infomil.nl/onderwerpen/klimaat-lucht/luchtkwaliteit/rekenen-meten/nibm-tool/) blijkt dat de toename van de concentraties PM10 en NO2 zelfs kleiner is dan 0,1 µg/m3, uitgaande van 5 motorvoertuigbewegingen per woning per etmaal. Deze ontwikkelingen kunnen daarmee buiten beschouwing blijven volgens de anticumulatieregeling.

Voor het verruimen van de bestemmingen van bedrijven en detailhandel moet worden gekeken naar de mogelijke verkeersaantrekkende werking die dit oplevert. Het is moeilijk om hiervan vooraf een inschatting te maken. Daarom is de verruiming alleen middels een binnenplanse afwijking mogelijk gemaakt.

Met de NIBM tool is berekend hoeveel extra verkeersbewegingen nog binnen de grens voor 'niet in betekenende mate' vallen. De NIBM-tool laat zien dat een toename van het aantal motorvoertuigbewegingen met 600 per weekdag, waarvan 10% vrachtverkeer, niet in betekenende mate is. Bij een nog groter aandeel vrachtverkeer van 30% valt een toename met 250 motorvoertuigbewegingen per dag nog binnen de grens. De verwachting is dat deze hoge aantallen extra motorvoertuigen lang niet worden gehaald. De effecten van het verruimen van de bestemmingen van bedrijven en detailhandel op het aantal verkeersbewegingen zullen onder de NIBM grens blijven.

Geen van de voorgenomen ontwikkelingen vallen onder het Besluit gevoelige bestemmingen.

5.3.4 Conclusie

De beoogde ontwikkelingen in Hoogland voldoen aan het wettelijk kader, zoals vastgelegd in de Wet milieubeheer luchtkwaliteitseisen. De voorgenomen ontwikkelingen dragen niet in betekenende mate bij aan de luchtverontreiniging.